Taalverkennen Thema 1 - Oefentoets

Language: Dutch
Subject: Nederlands > Grammatica

Taalverkennen Thema 1 - Oefentoets

Ik strooi zout en peper over mijn gebakken ei.

Welk is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

De generator heeft de opgewekte stroom omgezet.

Welk is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

De besmette vrouw heeft gelukkig een sterk immuunsysteem.

Welk is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

Elin zit elke dag achter de computer te werken.

Welk zinsdeel is ‘achter de computer’?

Jane is om drie uur klaar op school.

Welk zinsdeel is ‘om drie uur’?

De hond ligt de hele dag in zijn mand.

Welk zinsdeel is ‘de hond’?

De klas krijgt vandaag een rondleiding in het museum.

Welk zinsdeel is ‘de hond’?

De huisarts heeft mij advies gegeven.

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?

De postbode geeft ons een pakketje.

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?

In welke zin staat een contaminatie?

We zijn bij het kantoor aanbeland.

We zijn bij het kantoor aangekomen.

We zijn bij het kantoor beland.

In welke zin staat een contaminatie?

De baas heeft het hoogste woord.

De baas neemt het hoogste woord.

De baas neemt het woord.

Wil je dat nazoeken in de administratie?

Welk woord is een contaminatie?

wil

nazoeken

administratie

Wat is de juiste match?

De klas voert een debat.

Indirecte rede

Ik zeg: “Ik ben tegen de stelling!"

Directe rede

Wat is de juiste match?

Boaz roept dat hij ook tegen is.

Directe rede

“Wat is democratie?”, vraagt Pim.

Indirecte rede